Green Island Blog

maandag 25 maart 2013

Thin Line between Life and Death



Stom dat ik mijn camera niet bij me heb, bedenk ik mij als ik, na een nacht bij vrienden, vanuit Nissaki op weg ben naar huis. Barbati, een pittoresk plaatsje aan de oostkust van Corfu, ligt tegen de bergwand prachtig te glimmen in de zon. Omdat de wind de voorgaande dagen de atmosfeer mooi schoongeblazen heeft, is het nog eens erg helder ook. De condities om een landschap te fotograferen zijn dus ideaal. Maar het betekent wel dat ik eerst nog een half uur onderweg ben voordat ik überhaupt de hand op mijn camera kan leggen, om vervolgens weer een half uur terug te rijden. Grmp, waarom heb je dat ding niet meegenomen?
De verdere rit naar huis, die langs meer schilderachtige plekjes leidt, verkeer ik in tweestrijd. Terug of niet? Nah, toch maar niet. Ik heb nog zat dingen te doen en er komen nog wel meer mooie dagen.
Maar eenmaal thuis laat het beeld van dat mooie gelaagde kustplaatsje, ingepakt in duizend tinten groen, met daarboven het schitterende bergmassief mij niet los. Wat nou als het een extreem heldere dag is? De omstandigheden om te fotograferen zijn perfect. Vorige week zware regen, de laatste twee dagen veel wind en momenteel een stralend zonnetje op een strak blauwe lucht. Dat resulteert in prachtig helder weer.
Vanaf de achterveranda van ons huis zie ik de contouren van de Pantokrator, de hoogste berg van Corfu, strak afsteken tegen de blauwe lucht. Iets lager prijkt Spartilas, een leuk bergdorpje, en daaronder ligt Barbati te koesteren. Ik kan Spartilas, op een afstand van hemelsbreed 20 kilometer, duidelijk onderscheiden. Toch maar even gaan.

Wat een uurtje kan schelen. Het is niet zo glashelder meer als toen ik hier anderhalf uur geleden was. Toch mag ik niet klagen, het weer is nog steeds fantastisch, met een azuurblauwe hemel en een zeer aangename temperatuur. Het doel van de reis, Barbati, ligt nog steeds als een parel op een groen laken dat gedrapeerd ligt tegen de hellingen van de bergwand. Het hagelwitte strand daaronder vormt een prachtig contrast met de smaragdgroene zee. Wat is Corfu toch mooi, bedenk ik vanachter mijn zoeker.
Verhalen over de mooiste orchideeën die in de omgeving van de Pantokrator groeien, doen mij besluiten het hogerop te zoeken. Ik verlaat de kustweg en stort me op een smal en onooglijk slingerpad, het binnenland van Corfu in. Ik zie wel waar ik uitkom, het is in ieder geval richting de top van het eiland.
Na een enorm aantal haarspeldbochten blijkt dat ik goed gegokt heb, ik kom in de buitenwijken van Spartilas, de bovenbuur van Barbati. Dit snoeioude dorpje ligt op bijna 400 meter boven zeeniveau en is schitterend in al haar historische glorie. Zo oud, zo naturel, zo echt, zo puur, zo ... mooi. Als de zeer nauwe hoofdstraat van het dorp niet vol stond met auto’s, zou je denken dat je honderd jaar terug in de tijd was.
Op mijn weg omhoog door het dorp kom ik een tegenligger tegen. Ik trap op mijn rem en begin in mijn spiegel plannen te maken om de auto in zijn achteruit te zetten. Maar een van mijn volgers maakt met driftige armgebaren duidelijk dat ik voorrang heb. Jij gaat omhoog, is de boodschap. Het is inderdaad een ongeschreven wet, hier en in veel delen van de wereld, dat opgaand verkeer voorrang heeft op het afdalend verkeer. Mijn opponent heeft het in de gaten en begint moeizaam en heel voorzichtig achteruit te rijden, ondertussen wild de zijspiegels in de gaten houdend. Als ik de auto even later passeer en de bestuurder met een knikje bedank, zie ik een verwilderd kijkende vrouw van middelbare leeftijd het zweet van haar voorhoofd wissen. Dit zal ze toch vaker moeten doen, denk ik.
Maar dan wordt het stil. Ik ben Spartilas alweer uit. In mijn spiegel zie ik het dorp prachtig tegen de bergwand aangeplakt zitten en daar houd ik van. Ook dit Corfiotische bergdorpje moet er aan geloven, ik zet de auto op de eerste de beste wegverbreding aan de kant en vereeuwig het. Niet zo spectaculair als Barbati, met zijn witte strand en prachtige zee, maar een prima tweede.
En omhoog gaat het weer, slingerend richting het dak van Corfu. Ik betwijfel of ik zo ver zal komen, onderweg is al zoveel te zien. In een haarspeldbocht zie ik een afgeleid zandpad. Het gaat direct een bocht om, wat daarachter zit, is dus raden. Dat vergroot alleen maar de aantrekkingkracht van dergelijke paden, je weet niet wat je tegen gaat komen. Misschien wel velden vol orchideeën! Het volgende moment stap ik het pad op, fototas om de schouder.
De stilte is overweldigend. Geen mens, geen hond, zelfs de wind zwijgt. Het landschap doet aan dat van de maan denken. Veel rotsgrond, enorme keien en het imposante massief dat majestueus boven me uit torent. Ik voel me alleen op de wereld, maar dan in de goede zin van het woord. Niet eenzaam of zo, maar als Neil Armstrong toen hij voet op de maan zette. Op zulke momenten denk ik altijd: hoeveel mensen zullen hier geweest zijn?
Maar ik heb geen tijd me met dergelijke bespiegelingen bezig te houden, al snel verandert het maanlandschap in een groene wildernis. Het pad gaat van steen over in zand, afgewisseld met her en der verspreid liggende keien ter grootte van een voetbal. Aan de hoger gelegen zijkanten zie ik heel veel bloemen, maar niet de door mij gezochte orchideeën. Het is ook nog wel vroeg in het jaar natuurlijk, over een paar weken heb ik wellicht meer kans. Maar wat maakt het uit? Ik geniet als een kind in de speelgoedzaak. Hier is zoveel moois te zien en ik mag het allemaal fotograferen.
Het pad gaat een volgende bocht om en ik struikel bijna van verbazing. Geen velden met orchideeën, maar een kerk met daar omheen een begraafplaats! En dan niet een met slechts een paar vergeten graven, zoals je op afgelegen plekjes op Corfu wel vaker tegenkomt. Ik schat dat er tussen de 100 en 200 grafstenen opgericht zijn, de meeste in uitstekende staat. Nog groter is mijn verrassing als ik tegenover de ingang van het kerkhof een voetbalveld zie, kompleet met kleedkamers, belijning, doelen, vangnetten en andere sportattributen. Een groter contrast tussen leven en dood is nauwelijks voorstelbaar.
Welke briljante geest komt er op het idee om op bijna 700 meter hoogte, in the middle of nowhere, aan een nauwelijks begaanbaar pad, een voetbalveld op te richten? Laat staan dat er ook nog eens een lijkwagen over dat overvloedig met keien bezaaide pad een bestelling komt bezorgen bij het kerkhof? Ik zie een doodskist met ingebouwde veiligheidsgordels voor me. Daar kom je niet onderuit, wil je het lijk tenminste in de kist afleveren. Bizarre locatie voor dergelijke publiekstrekkers, waarvan de logica mij volledig ontgaat.
Na van de verbazing bekomen te zijn, merk ik dat mijn maag begint te knorren. Niet vreemd na een overgeslagen lunch en al het ploegen en klauteren in dit onherbergzame stukje Corfu.
Ik keer de auto en daal af naar de bewoonde wereld, waar ik, gezeten achter een ouzo en een souvlaki, bedenk dat ik absoluut geen spijt heb van de reis.

dinsdag 19 maart 2013

Apokries Corfu

Een heksje met haar transportmiddel in de hand

De grote parade als afsluiting van Apokries, het Griekse carnaval, was zoals gebruikelijk weer op zondag georganiseerd. Heel Corfu loopt uit naar Corfu Stad, waar de grootste optocht plaats vindt. Elke keer opnieuw denk je: in deze economisch zware tijden zal er toch wel minder uitgepakt worden. Zelfs die enkele Griek die totaal verstoken is van alle moderne communicatiemiddelen weet inmiddels dat de crisis het land in een ijzeren greep houdt. Maar nee hoor, je ziet geen spoortje van soberheid terug bij gelegenheden als deze, wanneer er wat te vieren valt. Man, wat een feest!
Het begint al wanneer we op weg zijn naar het park aan de Espianade, waar de stoet doorheen zal trekken. We dringen ons in de drommen mensen die vrolijk en opgewekt op het feestgewoel af gaan. Velen zijn uitbundig versierd met kleding in alle kleuren van de regenboog. Anderen hebben gekke hoofddeksels, woeste pruiken, beschilderde gezichten, brillen waarbij niet op een vierkante meter glas is gekeken en andere tekenen van jolijt.

Diegenen die bij het zien van alle bonte uitdossen spijt hebben dat ze uit de toon vallen in hun duffelse jasje, saaie spijkerbroek en kleurloze schoenen, kunnen bij de vele kraampjes in het park alsnog hun fout goedmaken. Overal worden dolle hoedjes, fel gekleurde bretellen, ballonnen, maskers, toeters, narrenkappen en andere feestartikelen verkocht. Ook erg populair zijn de balen serpentines, confettikanonnen, nepsneeuwspuitbussen en spaghettipistolen. De rommel gaat in enorme hoeveelheden grif over in andere handen.
We ontsnappen aan de drukte en wandelen naar een punt in het park waar het op dat moment nog niet heel druk is. Om niet te zeggen rustig, gezien het geringe aantal mensen. Toch maken we ons geen zorgen, de parade komt hier zeker. De Grieken bevolken echter nog massaal de duurste terrassen van Corfu. Ze  vinden het een volkomen verspilling van tijd om ergens te gaan staan waar nog geen festiviteiten zijn. Waarom wachten op dingen die ongetwijfeld komen gaan, terwijl je ook met vrienden en familie een terrasje kan pakken? Gezegende mensen.
Na een half uurtje het strijdgewoel van een afstandje bekeken te hebben, zien we de eerste tekenen van activiteit. Heel in de verte is het gehoempa te horen van een fanfare. Een kleine man met een inposante buik en een strenge snor maant ons om achter de lijnen plaats te nemen. Met driftige armgebaren en luide kreten slakend, probeert hij ruimte te creëren voor de deelnemers van de parade. Langzaam bewegen de deinende massa’s onze kant op.
En ja hoor, daar komen de eerste vrolijk en bont gekleurde groepen. Dansend, huppelend en springend proberen ze in het spoor te blijven van een aantrekkelijke blonde dame, die spannender gekleed is dan een dame doorgaans gekleed gaat. Ze lacht even vriendelijk in mijn camera, om vervolgens op een fluitje te blazen om de dansende dames scherp te houden. Maar ik heb geen tijd om al te lang bij haar stil te staan, want daar staat de volgende groep alweer te dringen.
Flower Power
Prachtig om te zien is hoe de mensenmassa telkens even als de Rode Zee opengaat als het driftige mannetje zijn gezag luid schreeuwend laat gelden. Maar zo gauw de laatste van de stoet zijn rug even laat zien, sluit de zee zich direct weer tot een lachende, pratende en vrolijke concentratie mensen.
Het thema van de parade lijkt Flower Power te zijn. Veel hippies met woeste haren, jaren zestig kledij, tot in het roekeloze groeiende bakkebaarden en snorren, Wilhelmina-brilletjes en natuurlijk het op de wang geschilderde Peace-symbool. Maar ook desperado’s, lijken, koelkasten, ontsnapte gevangenen, engerds, gezagsdragers, zeelieden, gewapende politieagenten, kippen, konijnen, katten, kitten en ander pluimage dansen mee.
Het is een woelige zee die deint van vrolijkheid, levenslust, felle kleuren, dans en lach. Geweldig.

Wat mij nog wel het meest verbaast, en ik blijf het zeggen, er is nauwelijks gezag! Behalve het kleine driftkikkertje die enige orde in de chaos probeerde te scheppen, heb ik geen mensen gezien die belast waren met het handhaven van de orde. Of het moet de agent zijn die mee liep in de stoet en zo nu en dan zijn klappertjespistool op de omstanders richtte. Verder niemand!
Geen ME, tanks, waterkanonnen, het leger, zeecontainers, oproerpolitie. Geen nerveus galopperende politiepaarden, gevaarlijk uitziende pelotons achter schilden, agressief blaffende honden en andere vormen van gezag die in Nederland vaste prik zijn bij een willekeurig evenement, niets! Hier kunnen ze, om maar een zijstraat te noemen, in Haren nog wat van leren. Job Cohen zou naar de bijstand moeten, zo weinig als hij te onderzoeken zou hebben waar het fout is gegaan. Want feesten van deze omvang, ik schat dat er meer dan 50.000 mensen aanwezig zijn, zijn er regelmatig op Corfu en er is nooit ene wanklank.
Waar een klein eiland groot in kan zijn.....
Kijk hier voor foto's
en hier nog meer foto's

woensdag 6 maart 2013

No need to say: Cheese!


Ik ben geen groot liefhebber van Griekse muziek. Bij ons dus geen enorme collectie Theodorakis, Dalaras, Parios, Mouskouri, Rouvas of Alexiou, om maar een paar grootheden te noemen. Toch wisten wij niet hoe snel wij een plaatsje moesten bespreken bij Ambelonas, een soort van cultureel centrum annex restaurant, niet ver bij ons uit de buurt. Dit vanwege de volgende aankondiging: Exclusive music event - a journey to the traditional Greek music of distinctive quality with authentic traditional instruments like bouzouki, violin, laute, oud, canon, percussion, vocals and dancing.
Om zoiets mee te maken, is een feest. Dan neem je de muziek voor lief.

Al bij aankomst komen ons toonladders van de meest uiteenlopende soort tegemoet. Onze nieuwsgierigheid wordt nog meer versterkt wat we vandaag voorgeschoteld zullen krijgen. Ga maar na, een zes-koppige band die traditionele Griekse muziek zal spelen met een scala aan authentieke instrumenten. Natuurlijk de bouzouki, maar ook de luit (ook wel baglamas genoemd), de Tsabouna, wat iets weg heeft van een  doedelzak, castagnetten, mandoline, een apparaat met duizend knoppen en snaren (Santouri, wij noemen het een hakkeboord), blokfluit, Daouli oftewel de grote trom en natuurlijk zang.
Alleen het stemmen is al een genot om te zien en te horen. De melancholieke tonen van de verschillende instrumenten vullen de prachtige ruimte van Ambelonas in zijn geheel.
Terwijl wij op onze gerechten wachten, die per stuk gebracht worden door een lief meisje met een immens brede lach, heb ik de kans om wat plaatjes te maken. Wat mij altijd weer opvalt, als ik door mijn zoeker zo’n festijn gadesla, is dat de Grieken zo opgaan in hun feesten. Ik zie alleen maar lachende gezichten, blije mensen die echt plezier met elkaar hebben. Aan de grote tafels zitten de families, aan de melee van generaties te zien. Aan de andere tafels zitten koppels vrienden. Er wordt gelachen en gedronken en iedereen is in een opperste stemming, in afwachting van wat komen gaat.
Naar goed Grieks gebruik beginnen de muzikanten zo’n anderhalf uur te laat met spelen. Er is echter geen mens die dit als probleem ziet. De afgeladen ruimte zit vol met Grieken die zeer luidruchtig met elkaar van gedachten wisselen, ik zie alleen maar vrolijke gezichten. Serveersters lopen af en aan met de lekkerste gerechten, kannen wijn en andere spiritualiën. Wat een sfeer!
Als de eerste muziek door de gelagzaal klinkt, treedt er een verandering op in de sfeervolle entourage. Binnen de kortste keren verlaten verschillende gasten hun plaats om gearmd met andere bezoekers te dansen op de muziek. De beperkte ruimte die dienst doet als dansvloer zorgt er voor dat de rondjes die gedraaid worden zeer klein zijn. Toch is dit geen enkele belemmering voor de aanwezigen, jong en oud, om zich met regelmaat in het feestgewoel te storten en in te haken bij de dansende en hossende menigte. Geweldig om te zien is ook dat bijna iedereen de teksten van de ten gehore gebrachte liederen uit volle borst meezingt. Een genot voor zowel het oor als het oog.
De muziek die gemaakt wordt, heeft een hoog sentimenteel gehalte. Vooral de klaaglijke zang doet enigszins denken aan Turkse muziek. Niet vreemd natuurlijk, buren als ze zijn, al zijn de Grieken en Turken zeker geen vrienden voor het leven. Duidelijk is te horen dat er drama van duizend jaar oorlog, geweld, bloedvergieten, verraad en veldslagen in de liederen zit verwerkt. Diegenen die zich in de lange geschiedenis van Griekenland en omgeving verdiept hebben, weten welke tragedies zich hier door de eeuwen heen hebben afgespeeld. Het is voor de Griek echter geen reden tot kniezen. Muziek is altijd de ultieme uitlaatklep voor hun verdriet geweest en zal het ook altijd zijn. In onze directe omgeving treurt dan ook niemand, ongeacht de uitzichtloze en belabberde situatie waarin velen zich momenteel bevinden. Waar ik ook kijk, ik zie overal stralende en oprecht lachende gezichten.
Dat vind ik nou zo knap van de Griek! Hoe zwaar hun land ook getroffen is als het middelpunt van de Europese crisis, muziek en de daarbij behorende dans houdt ze op de been. Juist daarom vieren ze feest, uitbundig, ongeremd, vrolijk en intens.
Morgen zullen we weer lijden omdat dat hoort, omdat dit door de buitenwacht verwacht wordt. Maar nu even niet.

De Santouri