Green Island Blog

woensdag 6 januari 2010

Oh poh poh (2)

Drup, drup, drup. Ritmisch vallen druppels bloed op de plastic verpakking van een pak verband, net een irritant lekkende kraan. Behalve het verpakkingsmateriaal en pleisters liggen er meerdere bloederige lappen in de vuilnisbak waarboven mijn duim hangt. Er zijn mij blijkbaar enkele slachtoffers voorgegaan. Maar het interesseert mij niet, mijn duim is op dat moment de wereld. En die wereld is momenteel een brandende hel van pijn.
Oh poh poh, mompelt het vriendelijke dametje in een heuse witte verpleegstersjurk. Hoofdschuddend neemt ze de resten van mijn eens zo trotse duim in ogenschouw. Overdadig wordt Klein Duimpje in de desinfecteer gezet. Mijn bloed, vermengd met het donkerbruine goedje, druppelt rijkelijk over de stille getuigen van eerdere bloedbaden.
Hoe dit gekomen is, vraagt ze in redelijk Engels.
Dogbite, verklaar ik kort.
Dogbite?, vraagt ze.
Omdat ik zo stom was om twee vechtende honden op andere gedachten te brengen, leg ik uit.
Oh poh poh, herhaalt ze weer.
Ze kijkt me aan met een mengeling van ongeloof en twijfel. Ongeloof over zoveel domheid en twijfel of ze me naar het ziekenhuis moet sturen of naar een psychiatrische inrichting. Maar dat is gelukkig niet aan haar, want daar komt de dokter al binnen om zijn almachtig wijs hoofd eens over mijn problemen te buigen.
Oh poh poh, is ook zijn mening als hij mijn geschonden duim in het oog krijgt.
De eerste diagnose van de wat knorrige man is dat het alleen oppervlakkige wonden zijn. Meer is er voor hem namelijk niet te zien in de weke ravage rond mijn nagel. Hechten is bij bijtwonden sowieso moeilijk, dus hij kan niet veel doen voor mij.
Vandaag nog wel een tetanusprik halen bij de apotheek, morgen terug komen, is zijn dwingend advies.
Oh, kan dat niet hier, mijnheer dokter, een tetanusprik?
Nee, dat doen wij niet. De apotheek in het dorp wel, maar die is de komende twee uur nog gesloten, bromt hij vermoeid. En hij schuift mij een onleesbaar vodje papier met echt briefhoofd toe. Dat blijkt het recept voor de injectie te zijn. En morgen terug komen, beveelt hij.
Net een echte dokter.

Ik schuif het recept naar de aantrekkelijke blonde dame, ze lijkt op Heidi Klum in haar goeie tijd, achter de toonbank van de ouderwets aandoende apotheek. Tussen het lezen door werpt ze een vluchtige blik op mijn prominent verbonden stomp, die inmiddels alweer aardig doordrenkt is van bloed.
Dogbite, vraagt ze?
Yep, Dogbite.
Oh poh poh, zegt ze en knikt me vriendelijk toe. Dan gebaart ze mij haar te volgen. Gelukkig hoef ik niet in de gelagkamer mijn broek te laten zakken. Ik volg Heidi naar een soort van rommelhok, dat bij nadere bestudering een voorraadkamer blijkt te zijn. Inderhaast opgestapelde dozen, aangebroken verpakkingen, tientallen kratten met pillen en poeders en een gammel trapje vullen de ruimte. Dit heeft in de verste verte niets weg van een behandelkamer.
De blondine draait zich om en gebiedt me mijn broek te laten zakken en de boogschuttershouding aan te nemen.
Yes ma’am, mompel ik en begin onhandig aan mijn broeksriem te peuteren. Die geeft zich redelijk snel gewonnen. Maar dan de broeksknoop. Omdat de knoopsluiting van een herenpantalon linkshandig opengemaakt wordt, bemerk ik ineens dat ik flink onthand ben, letterlijk en figuurlijk. Had ik maar een trainingsbroek aangetrokken die ochtend. Maar ja, die draag ik nu eenmaal nooit buitenshuis.
Tussen balen damesverbanden, pakken met pillen, thermometers, klismapompen en enorme vrachten pampers sta ik met een zweetlip van je welste minutenlang onhandig te ploeteren met mijn rechterhand. Verbazingwekkend hoe moeilijk het is om zoiets met je andere hand te moeten doen, terwijl het normaal een handeling van niets is.
Het gaat mij te ver de knoop gewoon los te trekken, al kan ik de neiging maar nauwelijks onderdrukken.
Na een zoveelste mislukte poging de knoop rechtshandig los te wippen en even zovele vloeken, overweeg ik de blonde dame te vragen mij te helpen voordat ik bevangen word door de hitte in het bedompte hok. Ze heeft er vast begrip voor. Terloops bekijk ik haar geduldig in de schoot wachtende slanke handen die de spuit al vasthouden. Ik vraag mij af of zij bedreven is in het openen van mannenbroeken. Net dan wipt het kreng los! Thank you Lord. Ook Heidi slaakt een zucht van verlichting.

Die nacht heb ik, tussen het wakker liggen door, angstvisioenen dat ik twee vechtende blonde dames in witte jassen probeer te scheiden, waarvan er een mij in de duim bijt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten