Green Island Blog

vrijdag 8 januari 2010

Oh poh poh (4)

Sudoku niet vergeten! Volle pen erbij, ik laat niets aan het toeval over. De wachttijden bij Griekse openbare instellingen zijn legendarisch. Met een verse stapel Sudoku krijgt zelfs een Grieks ziekenhuis mij niet klein, neem ik me voor.
Om elf uur betreden we de niet zo imposante en totaal uitgesleten trappen van het stokoude hospitaal in het centrum van de stad. Het voelt of we ons vrijwillig in de muil van een verscheurend monster storten.
Nog maar net binnen valt mijn oog op een soort van heiligdom. Een ruimte van pakbeet twintig vierkante meter, volgepropt met iconen van alle heiligen die er zijn, niemand uitgezonderd. Verder veel vergulde kandelaars, walmende kaarsen, rijkelijk versierde kruizen, afbeeldingen van zeer zorgelijk ogende heiligen en andere religieuze snuisterijen. Hier kan je bidden voor het zielenheil van alle slachtoffers van dit ziekenhuis. De totaal uitgesleten marmeren plavuizen doen vermoeden dat de ruimte regelmatig gefrequenteerd wordt. Dat wekt geen vertrouwen. Nu geloof ik zeker dat in ziekenhuizen de meeste doden vallen. Enigszins ineen gedoken begeven we ons dieper in de ingewanden va het horror hospitaal.

Als we de hoek om lopen, verwachten we in een enorme drukte terecht te komen, maar dat valt alles mee. Er drentelen heel wat mensen rond, maar het lijkt er op dat het een rustige dag is. Je mag wel eens mazzel hebben ook.
Als we een kaartje uit de nummerautomaat willen trekken, komt er alleen wat gereutel uit het apparaat. Een vriendelijke Griek legt uit dat de rol op is, maar dat hij het doorgegeven heeft aan de leiding van de afdeling. Nog even geduld dus. Tien minuten later is er nog niemand langs gekomen om het apparaat te vullen en dus besluit ik maar aan het loket te gaan staan, in de hoop dat ik de situatie kan uitleggen. Ik wacht netjes op een jonge knul die zo gelukkig was het laatste kaartje aan de machine ontfutseld te hebben. Dan komt er een oud vrouwtje, die in eerste instantie achter mij gaat staan. Maar allengs schuifelt ze met een omtrekkende beweging langs mij heen. Op den duur staat ze schuin voor mij. Ik ben gefocust op het vertrek van de knul om gelijk een stap voorwaarts te doen, maar ik verlies het toch. Zo gauw de jongen aanstalten maakt, zweeft zij gelijk naar het loket, duwt daarbij de jongen weg en schuift haar boekje in het loketje voor een stempel. De tante achter het raampje roept haar niet tot de orde, ondanks dat ze duidelijk ziet wat er gebeurt.
Dan krijg ik de kans mijn briefje naar haar toe te schuiven. De glimlach van de lokettiste is net zo hartelijk als die van een haai. Ze heeft ook niet zo’n leuke baan, vermoed ik. Na haar toetsenbord te hebben mishandeld en een verveelde blik op haar monitor te hebben geworpen, schrijft ze wat op een kladje en schuift mij dat toe. Ik moet het schokkende bedrag van €1,76 betalen alvorens ik met een recept mag plaatsnemen bij de X-ray afdeling. Nou, dat kunnen we nog wel hebben.
Verrassend snel ben ik aan de beurt. Zullen de verhalen over urenlange wachttijden sterk overdreven zijn? Of heb ik gewoon geluk?
Een knorrige verpleegster met een enorme voorgevel en flink wat uitgroei op haar betonnen hoofd gromt mij wat in het Grieks toe. Den milao Ellenika (Ik spreek geen Grieks), antwoord ik. Met een zucht waar een olifant jaloers op zou worden, kijkt ze mij aan als een onderwijzeres het domste jongetje van de klas. Gebarend maakt ze duidelijk dat ik mijn duim moet ontdoen van verband. Snel begin ik mijn duim, die sinds mijn laatste bezoek nog wel het meest op een babymummie lijkt, te ontwikkelen. Daar is ‘ie weer, de stumper. Het enige wat de kolossale verpleegster zegt is Oh poh poh. Dan verwijst ze mij naar een wrak van een stoel waarop ik mag gaan zitten.
Heel voorzichtig, ik had er rekening mee gehouden dat ik bij kop en kont op een tafel zou worden gesmeten, legt ze mijn hand op een plaat met daarboven een enorm apparaat. Ze is even uit het zicht en verschijnt dan weer in beeld. Finish, zegt ze en wijst naar de deur.
Feit is dat ik binnen vijf minuten weer buiten sta. Alleen nog even wachten op de foto’s. Ik houd er rekening mee dat het ontwikkelen van de foto’s een paar uur duurt en neem plaats in de gnag, waar het nog steeds opvallend rustig is. Nog maar net ben ik aan een Sudoku begonnen of een vriendelijke man in een witte jas overhandigt mij een grote enveloppe. Voor ik kan vragen hoe nu verder, zegt hij dat ik die aan mijn dokter moet laten zien.
Ah, we mogen dus weer terug naar Pirgi, de dependance van het ziekenhuis?
Jawel mijnheer en nog een prettige dag verder.
Hm, ik ben benieuwd of de dok daar blij is mij weer te zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten