Green Island Blog

woensdag 23 maart 2011

Grieken



Vrijdagavond ben ik met goede vriend Erris naar het Kaffeneio van Nissaki geweest. Kaffe-wat? Een kaffeneio is een uiterst sober ingericht (sommigen zeggen obscuur) lokaaltje waar Griekse mannen, het liefst de hele dag, met elkaar de wereldproblemen in het algemeen en die van Corfu in het bijzonder bespreken. Zoals de naam doet vermoeden, kan je er een bak koffie kopen. Maar ook spraakwater als ouzo, tsipouro, whisky en wijn zijn er ongelimiteerd en op elk moment van de dag verkrijgbaar.
We hebben daar een ontmoeting met Alekos Damaskinos, een gezamenlijke Griekse vriend. Ik ben momenteel bezig voor mijn website www.green-island.nl een verhaal over Grieken te schrijven en Alekos is een markante verschijning die mooi als kapstok kan dienen om het verhaal aan op te hangen.
Ik heb hem verteld dat als hij toestemt in een gesprek, hij het onderwerp – of moet ik zeggen: lijdend voorwerp – van een verhaal voor de website wordt. Dat deert hem niet in het minst. Gekker nog, hij is zeer vereerd.
We nemen plaats op de plastic kuipstoeltjes in het Kaffeneio en laten ons door Mitsos, de eigenaar, inschenken: Erris een kleine Amstel, Alekos een grote en ik een ouzo. De oorzaak van mijn bezoek begint te vertellen.

Alekos is een bijzondere inwoner van Corfu. Het gros van de Corfioten is nooit van het eiland af geweest. ik jok niet als ik zeg dat heel veel oudere Grieken hun dorp slechts zelden verlaten. Alekos is daar een uitzondering op. Hij heeft over de hele wereld gezworven en heeft zich altijd moeiteloos aan de plaatselijke omstandigheden weten aan te passen.
In 1966, op de jonge leeftijd van achttien jaar, kiest hij het ruime sop en laat zijn geboortegrond op Corfu achter. Na wat omzwervingen spoelt hij aan wal in Zuid Afrika en gaat naar de universiteit van Kaapstad. Tijdens zijn studie mathematica – Alekos is officieel professor in de wiskunde – heeft hij allerlei baantjes om de kost te verdienen en zijn studie te betalen. Zo was hij medewerker op een sinaasappelfarm, die in Zuid-Afrika merkwaardig genoeg lemon genoemd worden. Een citroen daarentegen luistert naar de naam zuurlemon, wat te billijken is.
Zijn salaris bestond uit wijn. Wellicht gold toen in Zuid-Afrika het antieke principe van ruilhandel, wat het mogelijk maakte dat hij met wijn de huur en andere rekeningen kon betalen. Geld is tenslotte ook niets anders dan een ruilmiddel. Net zoals zout dat ooit was. Nog steeds gebruiken wij daar een afgeleide van, namelijk salaris (Sal = zout).
In 1975 heeft de overheid hem in donker Afrika weten op te sporen en hij moet in dienst. Hij keert terug naar Corfu, kust zijn familie gedag en dient een aantal jaren in het Griekse leger. Als hij ruim twee jaar later zijn dienstplicht heeft voldaan, vertrekt hij spoorslags naar Schotland. Hij schrijft zich in voor de universiteit van Edinghburg, een van de meest prestigieuze universiteiten van het Verenigd Koninkrijk. Hij wordt aangenomen en stort zich met hernieuwde energie op zijn studie. Om in zijn onderhoud te voorzien ontpopt hij zich als een uitstekend grafdelver en drager tijdens begrafenissen. Toch blijkt het niet zijn ambitie om tot zijn pensioen gaten te graven en die kort daarna weer dicht te storten en hij behaalt zijn professoraat mathematica.
Wat doe je dan? Juist, je scheert je en dan trouw je en zo ook dus Alekos. Hij trouwt met Anna, een resolute Ierse tante. Een grote fout, maakt hij omslachtig duidelijk met weidse gebaren. Om de onrust bij hem te verdrijven, bestellen we nog een rondje van hetzelfde.
Na een paar flinke slokken is hij weer in staat zijn levensverhaal te vervolgen.


Er rust geen zegen op het huwelijk. Vooral op religieus gebied wringt de schoen. Hij is Grieks orthodox, zij is een ras katholiek en dat zorgt voor veel wrijving. De toenmalige paus moest er aan te pas komen om uit te maken dat Alekos zich maar moest bekeren tot het katholieke geloof. Ondanks zijn bereidheid hiertoe gingen de echtelieden na zeven ongelukkige jaren uiteen.
Hij vestigt zich in een gehucht even buiten Londen en geeft daar les. Maar omdat een man met verantwoordelijkheden toch ook recht op ontspanning heeft begeeft hij zich op gezette tijden naar een tapperij in de omgeving van Londen. Hij vertelt een mooi avontuur dat hij in die jaren meemaakte.
Eens was hij, gezeten op een barkruk, in gesprek geraakt met een Engelsman die zich ook in die drankgelegenheid bevond. Omdat ze beiden gevaren hadden, waren er veel gemeenschappelijke interesses en al spoedig ontstond er een vriendschappelijk band onder de beide drinkers. Naarmate de avond vergleed in de nacht en de drank rijkelijk vloeide, voelde Alekos op een gegeven moment de behoefte om naar huis te gaan en gaf uiting aan dit verlangen. Zijn nieuwe vriend vroeg waar hij woonde en Alekos legde uit waar hij naar toe moest. Kwam dat even goed uit, zijn maat moest diezelfde kant op en kon hem wel even langs brengen. En dus wankelden beiden in de opperste staat van geluk en vriendschap naar buiten, de frisse nachtlucht in.
De nieuw opgedane drankmaat van Alekos wist tot zijn niet geringe verbazing blijkbaar niet meer wat zijn auto was, want hij onderzocht alle geparkeerd staande auto’s op toegankelijkheid door aan de deurgreep te voelen. Bij een Range Rover ging het portier open en hij nam plaats achter het stuur. Vervelend genoeg was hij echter ook zijn sleutels vergeten en hij vroeg Alekos of die wist hoe een motor te starten zonder contactsleutel. Dat wist Alekos wel en na onder de motorkap de juiste draden geconnecteerd te hebben, liep de motor als een zonnetje.
Gelijk op dat moment werd het tweetal door een aantal schijnwerpers in het zonnetje gezet en verschenen uit allerlei hoeken en andere onvermoede schuilplaatsen politieagenten, die het duo oppakte en in de gevangenis stopte op beschuldiging van autodiefstal.
Pas toen bleek dat de nieuw verworven vriend van Alekos een notoire autodief was, die op deze manier een indrukwekkend politie dossier opgebouwd had. Alekos, die naar eer en geweten kon vertellen dat hij er niets mee te maken had, werd in eerste instantie niet geloofd en bracht de nacht in de cel door. De volgende ochtend werd hij na verhoor vrijgelaten, na betaling van een boete van tachtig pond, wat in die dagen een flink bedrag was.

Tegenwoordig woont Alekos weer op Corfu en geeft Griekse les aan buitenlanders. Vanwege zijn mondiale avonturen spreekt hij vloeiend Engels en is dus uitstekend in staat de finesses en valkuilen van de Griekse taal uit te leggen aan zijn cursisten. Als zijn drukke bezigheden het toestaan begeeft hij zich regelmatig naar de lokale tapperij, waar hij vrienden en passanten boeit met zijn verhalen en wijsheden over vrouwen, carrière, successen en mislukkingen.
Ik vraag hem een aantal typisch Corfiotische gebaren te demonstreren en welwillend toont hij de verschillende expressies die we zo vaak onder de eilanders tegenkomen. Ondanks zijn geleerdheid is hij een eenvoudig mens gebleven.
Na een laatste toast, de bodem van het ene glas raakt het andere glas in het midden waarna deze procedure door de ander herhaald wordt, legen we onze glazen en verlaten Erris en ik de sobere ruimte. Alekos blijft zitten. Zijn aanwezigheid is daar dringend vereist.

vrijdag 18 maart 2011

Het gedonder

‘Morgen regen,’ leest Mirjam voor van weeronline.nl. En de neerslag gaat een paar dagen het weerbeeld bepalen, is de verwachting. Dus we moeten de gelegenheid maar te baat nemen en lekker een uurtje buiten gaan zitten, vindt zij. Het werk waarmee we beiden bezig zijn, blijft nog wel even liggen.
Nu heb ik niet veel op met al die weer-sites. De een zegt dat we veertien dagen zon kunnen verwachten terwijl de ander net zo stellig de rest van de week donder en bliksem ziet aankomen. De frequentie en grondigheid waarmee ze er naast zitten, benadert die van Jan Pelleboer en dus ben ik al jaren geleden afgehaakt.
Maar lekker in je ondergoed een goed boek lezen op de veranda terwijl het zonnetje op je bolletje schijnt trekt mij wel. Dus sluit ik mijn programma af en zit eerder buiten dan Mirjam. Ik ben nu met Milennium 2 (560 pagina’s) bezig, dus ik hoef niet zuinig aan te doen.
‘Drankje erbij?’ vraagt Mirjam en zet een lekkere ouzo voor me neer. ‘Is goed,’ zeg ik volkomen overbodig. En met een paar blokjes kaas en salami erbij installeren wij ons in de heerlijke stralen van de zon. Genieten!

Na anderhalf uur sudderen en een re-fill heeft Mirjam nog een briljant idee. Of we over een uurtje even naar Ermones zullen rijden om daar de son in de see te sien sakken. De ontwikkelde lezer weet dat Ermones het favoriete strandje van Odyseus was. Deze mythologische knaap, die altijd heel druk was met oorlog voeren en zo, kon aan dit leuke strandje aan de westkust van Corfu nooit weerstand bieden. Vaak onderbrak hij zijn geweldadige leven even en ging dan aan land bij Ermones om van de zonsondergang te genieten. Ook een veldheer heeft recht op een verzetje, was zijn redenatie.
In dat opzicht ben ik net als Odyseus, ik stem in met het plan Ermones te bezoeken. ‘Maar dan nemen we wel een drankje mee,’ probeer ik ook een goed idee te opperen. Tot mijn verbazing wordt mijn idee met instemming begroet.

Als we om vijf uur de auto op de steile helling naar het strand parkeren, zien we dat er van strand maar heel weinig sprake meer is. De wind is west en ferm en de zee heeft bezit genomen van het strand tot aan de rotswand. Metershoge golven slaan woest te pletter op de in zee staande rotsen en verspreiden een fijne waternevel. Fantastisch schouwspel, maar van alcohol nuttigen aan het strand gaat vandaag niets komen.
Maar wij zijn niet voor een gat te vangen en besluiten een pad te volgen dat pal langs de zee omhoog gaat. Als de doorgang niet geheel versperd is door tonnen graniet dan krijgen we zicht op een schitterende afgelegen baai die omgeven is door een steil uit het water oprijzende berg. Dus dalen we af naar strandniveau, waar we worden geconfronteerd met het natuurgeweld. Onze herder Plati stapt nietsvermoedend het water in bij een aflopende kade om boten te water te laten. Het water is er redelijk rustig omdat het beschut wordt door een metershoge rots in zee. Als door een reusachtige hand komt het water ineens in beroering en gelijk horen we een geweldige dreun als een woeste golf de rots aan de voorkant geselt. Golven zeewater slaan over de rots heen. Plati schrikt geweldig en vlucht met de staart tussen de benen het bergpad op. Bewonderend bekijken we de krachtsinspanning die het geweest moet zijn. De rots torent zeker zeven a acht meter boven zee uit en toch was het niet genoeg om het water aan die kant te houden.
Op gepaste afstand blijven we enkele minuten staan genieten van de kracht van de natuur. Soms voelen we de grond onder onze voeten trillen van de aanvallen die de zee doet om het vasteland te veroveren. De rots houdt echter stand. Het gedonder doet denken aan het geluid van een bombardement in de verte. Fascinerend.
Voordat we nat worden, beginnen we maar aan onze wandeling. Door instorting en afbrokkeling van de bergwand is het bergpad erg moeilijk begaanbaar. Het is bezaaid met gruis en rotsblokken en alle formaten brokstukken daar tussenin. We hebben onze wandelstappers aan en Plati heeft geen schoenen nodig. We geven haar de vrije teugel.
De hele westkust van Corfu wordt geteisterd door een woeste massa wild water, schuimkoppen, grote golven en veel wind. Ik klik er lustig op los, om met een hoge sluitertijd waterdeeltjes in stilstand op de korrel te krijgen. Ermones ligt er verlaten bij, maar de kustlijn is levendiger dan ooit. Wij kunnen ons niet heugen ooit zulke hoge golven op Corfu gezien te hebben. ‘En dan te bedenken dat ik hier vorige zomer nog lag te snorkelen!’ roep ik boven het geraas uit. Ik moet er nu niet aan denken. Primo, er is nu niets te zien vanwege het wilde water. Secundo, het water is nog veel te koud. Tertio, je wordt binnen een ademtocht op de scherpe rotsen gesmeten met als gevolg dat het gelijk je laatste ademtocht was. Hu.

Al genietend vorderen we op het rotspaadje richting de verborgen baai. Plati is ons al een eind vooruit. Het pad wordt wel steeds moeilijker begaanbaar. Gruis en keien zijn overvloedig aanwezig en de her en der verspreidde rotsblokken worden groter. Een vluchtige inspectie van de bergwand leert dat er nog meer instortingen verwacht kunnen worden. Maar niet vandaag, besluiten wij.
We komen bij een flinke wegversperring. Hier is de instorting het hevigst geweest. De versperring loopt door naar beneden helemaal naar de zee. We klauteren en klimmen omhoog en ik bereik als eerste de top. Plati is in geen velden of wegen te bekennen. Mirjam vindt het te gevaarlijk worden en besluit voorzichtig weer terug te gaan. Echt gevaarlijk is het niet, maar het is wel oppassen geblazen. Vooral de laag kleine steentjes en gruis veroorzaakt nogal eens dat we op schuine vlakken wegglijden. Maar ik ben nu toch op het hoogste punt en besluit nog even door te zetten naar de geheimzinnige baai. Veiligheidshalve sluit ik mijn fototas maar af. Mocht ik onderuit gaan dan duurt het even voor je uitgestuiterd bent en dat zou mijn camera niet ten goede komen.
Voorzichtig begin ik aan de afdaling en kom heelhuids beneden. Iets verderop vind ik Plati, die mij kwispelend begroet. Samen zetten we koers naar ons einddoel. Na een minuut of tien van ploeteren en ploegen staan we samen op een massa lukraak opgestapelde rotsblokken. Daar is ‘ie dan, de baai. Ook hier het machtige natuurgeweld. Minutenlang kijk en luister ik naar het woedende water. Schitterend geluid als weer een nieuwe golf zich op de rotsen in een spelonk stort. Net of er een explosie dreunt. Het is facinerend te zien hoe een rots, door jarenlang watergeweld, in fases het water terug geeft aan de zee. Uit honderden stroompjes sluist het met witte schuimkoppen weg. Majestueus schouwspel. Dan is het mooi geweest. ik roep Plati en we begeven ons op de terugweg.
Een half uur nadat onze wegen zich scheidden, krijg ik Mirjam weer in de zoeker. Letterlijk, want van grote afstand maak ik een foto van haar terwijl ze, op een grote rotspartij gezeten, de ondergaande zon fotografeert. Ik moet denken aan een lieflijk liedje van Vangelis, La Petit Fille de la Mer (Het meisje aan de zee). Prachtige melodie, prachtig meisje.

Als ik me later weer bij haar aansluit, is er van een mooie zonsondergang nauwelijks sprake. Aan de einder is plotseling wat bewolking ontstaan, waarschijnlijk de voorbode van de verwachte regen. Als het nu nog sluierbewolking was dan kan dat hele mooie plaatjes opleveren, maar hier kunnen we beiden geen chocola van maken.
Op hetzelfde moment realiseren wij ons dat we vergeten zijn een drankje mee te nemen om dat aan het strand te nuttigen. Dat maken we thuis goed.

donderdag 3 maart 2011

Bericht uit het verre land

Hallo bikkels!

Bikkels? Hoezo bikkels? Nou, ik vind dat je dat rustig mag stellen als je de Nederlandse winters overleeft. Het was al begonnen toen ik in november in Nederland arriveerde, met bergen sneeuw, striemende winden en bittere kou. En het is er na mijn vertrek in december ook niet veel beter op geworden, heb ik van die en gene gehoord. Ook de krant maakte regelmatig in woord en beeld duidelijk dat koning Winter met harde hand regeerde. De winter van 1963 is nog niet geëvenaard, denk ik, maar de editie van 2010/2011 mocht er wezen.
Hier is het een heel milde winter geweest. Tijdens mijn solitaire periode hier heb ik heel vaak buiten ontbeten, heerlijk als het zelfs ’s ochtends al was. Hoogtepunt was wel die dag in december dat ik in de stad moest zijn voor wat boodschappen en daar heerlijk rondgewandeld heb in een t-shirtje met korte mouwen. Onvoorstelbaar, dat hadden wij nog niet eerder meegemaakt. Tijdens onze eerste twee winters hier hadden we zo nu en dan wel eens een keer dat we buiten konden zitten, maar dat waren dan ook de gelegenheden dat je gelijk naar buiten vloog om alvast een beetje zon te pikken.
Nu was het meer regel dan uitzondering. Gelukkig bleef dit lekkere weer ook toen Mirjam weer terug was. Het zou toch wel heel sneu geweest zijn als het dan ineens ingestort zou zijn.
Momenteel is het fris hier, misschien wel frisser dan bij jullie. Dat komt door de noordenwind. Zonnig is het ondertussen wel en totaal onbewolkt. Op de voor veranda is het dus alsnog goed vertoeven en het moet me van het hart: het is een feestje als Mirjam aan het eind van de middag voorstelt nog even in het laatste restje zon op de veranda een drankje te nuttigen. De verwachting is dat het vanaf morgen weer warmer wordt met veel zon in het verschiet.
Dit was kortom een winter zoals wij die eigenlijk verwacht hadden. OK, ’s nachts koud, maar dan slaap je, en overdag in een dun truitje de straat op en alvast je gezicht laten bruinen.
De toestand is hier ondertussen niet veranderd, het is nog steeds roerig in Griekenland. Niet dat het te vergelijken is met Libië of andere broeihaarden hoor. Ons leven loopt niet meer gevaar dan normaal. Als we ons op de wegen begeven bijvoorbeeld. Je merkt het vooral als je gebruik maakt van een openbare instantie. Vorige week gingen we de waterrekening voor onze huisbaas betalen. Kom je daar in het bedompte hok waar vier beambten zich bezig houden de kleine ruimte volledig te voorzien van sigarettenrook. Als je door de giftige wolken eindelijk het loketje gevonden hebt dan kijkt de man die daar achter zit je vragend aan en zegt zo onverschillig mogelijk: Neh? (Ja?) nou, het lijkt mij duidelijk dat ik de waterrekening wil betalen, denk je dan, terwijl je zegt wat je bedoelingen zijn. Not possible, we’re on strike, zegt de bullebak. Waarna hij zich omdraait naar zijn lotgenoten en een nieuwe sigaret opsteekt.
Wat veel gekker is, een vriendin van ons had dit laatst in het ziekenhuis. Afspraak met de dokter vanwege een zeer onwillige en pijnlijke knie en maar wachten. In een wachtkamer die opvallend rustig was, dus ze vermoedde al onraad. Na een uur toch maar eens een Griek aangeschoten die zich als dokter vermomd had en gevraagd of dokter Kannipoupos er was. Hetzelfde antwoord dat wij kregen bij het loketje voor de waterrekening.
Schandalig? Inderdaad, dat ook dergelijke beroepsgroepen (ook hier doen ze de eed) geen enkele interesse in hun patiënten hebben is een grof schande. Maar dat is Griekenland. Het is een van de favoriete bezigheden van de Griek, staken.
Een troost, als ze niet staken dan ben je als klant je leven helemaal niet meer zeker. We hebben verhalen gehoord van Nederlandse vrienden die hier jaarlijks naar de IKA gaan om hun ziekenfondsboekje te laten vernieuwen. Nou, berg je maar als je dan na uren wachten aan de beurt bent. Door ervaring wijs geworden nemen de meesten alle papieren die ze kunnen vinden mee, van hun geboortebewijs tot aan hun eerste pokkenprik. APK, zwemdiploma’s, het eerste tandje in een luciferdoosje, brommercertificaat, oorkonde van de vrijwillige brandweer en noem maar op. En toch weten die nare mannetjes altijd wel iets te vinden dat ze met een grijns van oor tot oor kunnen zeggen: incomplete! Come back another time! Als je dan nog even tegensputtert, word je bij kop en kont beet gepakt en op straat gesmeten. Figuurlijk dan, de meesten verlaten het pand vrijwillig.
Nee, de Griekse ambtenaar is ons een beetje tegen gevallen. Kleine mannen met grote monden en slechte manieren. Gelukkig staan dergelijke vervelende gevallen niet in verhouding tot het genieten dat wij hier doen.
Mirjam heeft werk mee kunnen nemen hierheen, dus dat is een gunstige ontwikkeling. Binnenkort kan ze weer een flinke prak verwachten en dat vooruitzicht geeft ons moed. De inkomsten zijn nog steeds niet zoals ze moeten zijn om onze rekeningen te kunnen betalen, dus het is een welkome ontwikkeling dat ze door het Amsterdamse bedrijf waarvoor ze in Nederland gewerkt heeft zeer gewaardeerd wordt.
Ik ben heel druk met de nieuwe Engelse website en die wordt heel mooi (vind ik). Ik heb er hoge verwachtingen van. Ik denk dat we de Grieken ermee weg kunnen blazen. Hopelijk smeken ze ons om hun geld in onze broekzakken te mogen proppen om toch maar op die mooie site te mogen. De toekomst zal het leren.
We zitten tegenwoordig samen op kantoor en dat is heel gezellig. Samen koffie drinken, lunchen en zo nu en dan eens een praatje natuurlijk. Moet kunnen als de baas er niet is. Hoogtepunt van de week is als we aanbeland zijn op de vrijdagmiddag. We hebben namelijk de vrijdagmiddagborrel ingesteld! Op een door ons beiden te bepalen tijdstip trekken we de stekkers eruit en gaan we aan de drank. Hapje erbij, lekker het weekend inluiden. Gezellig joh! Net echt.
Wat ook fantastisch is: werkoverleg. Op dinsdagochtend slapen we uit en blijven we wat langer op bed liggen. Zonde van de tijd? Neuheu, we praten de week door, onze strategie en wat we nog kunnen en moeten. Vergaderen dus, maar dan op een wat ongebruikelijke plaats. Ik heb altijd een hekel gehad aan vergaderen, maar de laatste tijd zie ik er erg naar uit.
Jullie snappen, wij zijn best tevreden hier. Ondanks de Grieken, zeg ik er wel eens achteraan. Onze tevredenheid ten spijt hebben we voor onszelf inmiddels wel de conclusie getrokken dat het in 2011 moet gebeuren. Anders is het uit over einde oefening. Het wordt een spannend jaartje dus. We willen allebei graag hier slagen, maar lukt het dit jaar niet dan moeten we terug. Niet het eind van de wereld, maar we hopen dat er dit jaar een kentering in onze situatie komt.
Hoe dan ook zullen we dit jaar nog een keer naar Nederland komen. Familiebezoek, wat financiële en andere zaken regelen en natuurlijk onze kleine Mila helemaal suf knuffelen. Gee, dat poppetje is eigenlijk het enige dat het moeilijk maakt voor mij om hier te zijn. Houd me ten goede, we zien iedereen graag, maar we hebben hier genoeg afleiding om ons niet eenzaam en verlaten te voelen. Maar dat kleine mensje dat we via Skype zien opgroeien, dat mis ik erg.
Daarom zien we beiden uit om weer voor een paar weken naar Nederland te komen. Nu bedacht ik me ineens dat het een goed idee is om woningruil voor te stellen. Wie heeft er zin om een paar zelf te bepalen weken in een leuk vrijstaand huis in een enorme tuin op een warm eilandje te vertoeven, in de wetenschap dat je de buren niet hoeft te vragen de plantjes te bewateren en de goudvissen te voeren? Of wellicht weet je iemand die dat graag zou willen. Wij hebben een herder die dagelijks wat voer behoeft en regelmatig een blokje om wil, net als een buitenkat die een paar brokjes verwacht. Heb je interesse, laat weten.
Een criterium hebben we wel, wij willen pas na juni naar Nederland. Daarna is de keus aan jullie. De lijn is geopend, we horen graag van jullie.
Rest ons niets anders dan iedereen weer het allerbeste te wensen en hopelijk tot ziens!

Yia Sou,
Dickos ke Maria