Green Island Blog

maandag 20 februari 2012

Alexandros has got his revenge on Agios Ioannis


Alexandros is dood. Eindelijk. Het heeft een tijd geduurd, maar uiteindelijk heeft hij gekregen waar hij om vroeg.

Tijdens een van de eerste ommetjes die ik maakte door Agios Ioannis, onze woonplaats op Corfu, ontmoette ik Alexandros. Gezeten voor zijn huisje in het centrum van ons dorp vond ik hem gelijk de moeite van fotograferen waard. Mooie oude getaande kop met daarin een paar vriendelijke ogen die mij nieuwsgierig vanonder een geruite pet aankeken. Ondanks de warmte was hij gekleed in een lange broek en een overhemd, met daaroverheen een versleten colbertje met visgraat. Ik zou hem nooit anders zien, zomer en winter. Alleen het schoeisel wijzigde soms. Was hij even bezig in een belendend stukje moestuin dan had hij korte rubberlaarzen aan.
Alexandros' zitplaats
Het was een schitterende combinatie, de oude man voor zijn mogelijk nog oudere woninkje. De muren van het huisje waren knalgeel geschilderd, maar inmiddels zo afgebladderd, generfd en doorleefd dat het gewoon prachtig was. Net als de bewoner.
Alexandros was een vriendelijke oude baas. Met handen en voeten bespraken we het weer en andere oppervlakkigheden. Hij met de paar woorden Duits die hij sprak en ik met net zoveel woorden Grieks. Het waren dus zeker geen diepe gesprekken over de zorgelijke toestand van de euro, de problematiek in het Midden-Oosten of de Tantrische Krachten die vrijkomen bij juist gebruik van het middenrif.
Via de tamtam had ik inmiddels vernomen dat hij door iedereen in het dorp werd gemeden. Over zijn verleden deden enkele nare verhalen de ronde. Hij zou altijd depressief en agressief geweest zijn, had zelfs een keer geprobeerd zijn moeder te vermoorden en andere sensationele vertelsels die een popster niet zouden misstaan.
Wat er van waar was, wist ik natuurlijk niet, feit was dat niemand met hem sprak. En dat terwijl het centrum van Agios Ioannis uit een pleintje ter grootte van een knaak en een nauw straatje bestaat waarvan de bewoners vanuit hun raam op de stoep van de overbuurman kunnen spugen. Vaak was de oude kern van het dorp druk met elkaar in gesprek terwijl Alexandros alleen en in zichzelf gekeerd op een oude gammele stoel voor zijn huisje zat. Niet vreemd dus dat hij altijd leek uit te zien naar mijn komst. Al van verre kon ik zien dat ik niet ongemerkt langs hem heen zou kunnen lopen.
Vaak vroeg ik hem hoe het ging en het antwoord was meestal hetzelfde: niet best. Dan begon hij over zijn bezoek aan de γιατρός (dokter) vanwege problemen met zijn καρδιά (hart) of zijn πόδια (benen) en de φάρμακα (medicijnen) die hij gebruikte.
Steevast eindigde hij zijn gezondheidspraatje door het hoofd schuin te houden, de mondhoeken naar beneden getrokken en de ogen devoot gesloten terwijl hij langzaam omhoog keek en met de handen een devoot opwaarts gebaar maakte. ‘Στον ήλιο’ (Naar de zon), zei hij dan, waarmee hij aangaf dat het voor hem allemaal niet meer hoefde.
In het begin dacht ik nog dat hij naar zijn overleden vrouw wilde, als hij omhoog wees. Later hoorde ik dat hij nooit getrouwd is geweest.
Veel meer dan luisteren en meevoelen kon ik natuurlijk niet doen voor hem, anders had ik het gedaan. ‘Περιμένετε φίλος μου’ (nog even geduld, mijn vriend), antwoordde ik dan maar. Dan glimlachte hij zijn laatste tanden even bloot en trok zijn wenkbrauwen op. Meer kan je niet doen, leek hij te willen zeggen.

Ik had Alexandros al een paar dagen niet voor zijn huisje zien zitten. En dan begin je toch aan het onvermijdelijke te denken. Omdat er geen mens naar hem omkeek, zou hij dagen of jaren dood in huis kunnen liggen zonder dat iemand hem mist.
Ik hield er ernstig rekening mee dat Alexandros niet meer onder ons was. Dat vermoeden leek bevestigd te worden toen zijn voordeur op een dag openstond en ik bouwvakkers in en uit zag lopen. Tussen de werklui zag ik ook zijn neef Jorgos, de taxichauffeur van Agios Ioannis en omstreken. Dus vroeg ik hem of zijn oom was overleden. Nee, Alexandros was tijdelijk opgenomen in een verzorgingshuis. Na een val in huis ging het echt niet meer, zijn gezondheidsproblemen dreigden hem eronder te krijgen. Jorgos vertelde dat hij niet eens stromend water, noch een douche en een toilet in huis had. Alexandros was dus van de ene op de andere dag opgehaald om opgelapt te worden. Ondertussen liet zijn neef het huisje grondig verbouwen en de noodzakelijke sanitaire verbeteringen aanbrengen, in afwachting van de terugkeer van Alexandros.

Alexandros 'in the news'
Verleden week liep ik met Plati te wandelen, toen ik een nieuw overlijdensbericht op een telefoonpaal geniet zag. Nieuwsgierig bekeek ik het en zag een bekende naam: Alexandros, Ετον 89, wat betekent dat genoemde op die leeftijd is overleden. Thuis zeg ik tegen Mirjam dat ‘onze’ Alexandros waarschijnlijk is overleden.
Een paar dagen later kom ik Jorgos tegen en hij bevestigt dat het inderdaad zijn oom is die er niet meer is. Het zat er al een tijdje aan te komen, vertelt hij. Ik zeg dat hij eindelijk zijn zin heeft gekregen. Jorgos bevestigt dat en start zijn taxi. Het leven gaat tenslotte verder.

Alexandros is dood. Maar hij heeft zijn gram gehaald op Agios Ioannis. Tijdens zijn leven werd hij gemeden door bijna heel zijn omgeving. Bij zijn begrafenis liep het hele dorp uit, zelden was het zo druk op een begrafenis.
Rust zacht vriend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten