Green Island Blog

zaterdag 29 oktober 2011

De vlucht

U bent drie kilo te zwaar mijnheer, spreekt het onberispelijk geklede, gekapte en opgemaakte meisje vanonder haar tuttige blauwe luchtvaarthoedje. Het is drie uur ’s nachts.
In een flits schieten mij twee snedige antwoorden te binnen. Het eerste: Goh, mijn dokter zegt altijd twintig. Het tweede: Kijk naar je eigah. Ze is niet heel vadsig, maar haar benen hebben een neiging tot zwaar.
Maar omdat ze een heel lief stemmetje heeft en ook maar haar werk doet, zeg ik: Ah, en kan ik daar nog wat aan doen?
Ze legt geduldig uit dat ik wat gewicht van de koffer zou kunnen overhevelen naar de handbagage. Gaat dat lukken, denkt u? Vestzak broekzak dus, het gewicht zal hoe dan ook het vliegtuig drukken. Omdat wij de laatste rechtstreekse vlucht naar Corfu hebben, is de verwachting dat het vliegtuig nog niet voor de helft gevuld zal zijn. Ik twijfel of zij hiervan op de hoogte is, maar val toch voor haar vriendelijke charme en til de koffer van de band. Dankuwel mevrouw, roep ik met mijn meest koffiebruine stem. Gevolg van de laatste borrel uit de fles en een doorwaakte nacht zonder slaap. Net als ik mij gehoorzaam om draai, roept ze mij na dat ik niet meer in de rij hoef te wachten, maar zo door mag lopen als ik klaar ben. Lief kind.
Even later staan Mirjam en ik te wikken en te wegen wat allemaal in de meegebrachte plastic zak mag en wat niet. De jenever en whisky mogen niet mee in de handbagage, jammer maar helaas. Maar drop, en, oh, Hemaworsten wel! Zo, dat scheelt gewicht. Ook enkele snuisterijen die we voor vrienden meenemen, moeten er aan geloven. De plastic zak kan bovenop de trolley met de laptop en ik besluit de gok te wagen. Ik weet niet of ze me nog een tweede kans geeft.
Nu blijkt de koffer wel mee te mogen zonder je scheel te betalen aan overgewicht. Keurig mijnheer, zingt ze vriendelijk en vrolijk. Ze wijst met een lief vingertje aan waar we door customs heen kunnen. Ze heeft geen hekel aan haar werk, zelfs niet midden in de nacht.

Even later naderen we gate C11 en zien een handvol mensen zitten wachten tot de ticketcontrole. Al snel wordt duidelijk dat wij de laatsten zijn. Wij zullen dus met acht personen dat immense vliegtuig bemannen. Ga je met de bus dan pakken ze een Transit, maar wij zullen gewoon met de Boeing 737 gaan.

Nederland is mooi, zo zien wij in de heldere nacht een paar honderd meter boven Amsterdam. Zo geordend, georganiseerd en gelijkmatig. Heel anders dan wat we gewend zijn op Corfu. Maar ook dat heeft zijn charme.
Al snel verliezen we onze aandacht voor de laagbijdegrondse activiteiten als we door het wolkendek heen knallen en grijsgetinte balen watten ons insluiten. Dat was dus Nederland.
Het is een vreemd gezicht, zo’n bijna lege kist. Honderdzesentachtig stoelen en er zijn er welgeteld acht van bezet. Zo’n beetje als een luciferdoosje waar er nog een of twee in zitten. Nou ja, des te zuiniger zijn ze op je. Een beetje VIP, zeg maar.
Dat merken wij als de vroegkale perser zich enkele vrijheden tegenover zijn passagiers veroorlooft. Hij gooit zo nu en dan een kwinkslag in zijn verhaal over vliegen, veiligheid, verdrinken en het voorkomen daarvan als je neerstort. Toch blijft hij vormelijk en beleefd en vertelt zijn hele geroutineerde verhaal ook in aalglad Engels.
Na een kwartiertje is hij het echter zat te acteren dat er wat hem betreft niets geks is aan een Boeing 737 met acht passagiers en gaat in een comfortabele stoel onderuit gezakt naar de film kijken die hij zelf heeft opgezet. Als hij zich maar niet zo thuisvoelt dat hij, a la Al Bundy, een hand in zijn broek steekt, met de andere een zak paprikachips opentrekt en deze ruftend en boerend naar binnen gaat zitten proppen.
De lieftallige jongedames die tot zijn crew behoren, zijn duidelijk niet gewend aan de bijzonderheden van een laatste rechtstreekse vlucht naar Corfu. Wat onwennig giechelend wandelen ze door het gangpad om te vragen of de passagiers verblijd willen worden met de speciale aanbiedingen van de vliegmaatschappij. Geheel volgens de verwachting wil geen sterveling hieraan meewerken. Het leven is al duur genoeg, daar heb je TransAvia niet voor nodig. Op een volle kist zitten er normaliter altijd wel een paar tussen die nog nooit gevlogen hebben en denken dat de luxe artikelen echt zonder belasting aangeschaft kunnen worden. Aan de huidige doorgewinterde passagiersgroep raken ze echter geen knoopsgat kwijt. Ook de oploskoffie is niet te slijten en al snel zijn de dames buitenbeeld en laten zich niet eerder dan bij het verlaten van het vliegtuig weer zien.
Een lid van de cabinecrew blijft echter serieus onder de facade. Het is een jonge knul met een honderd dollar kapsel, al heeft hij speciaal voor deze gelegenheid er ook nog eens een modieus aangebrachte vleug donkerbruin tegenaan gesmeten, wat hem nog eens vijftig ballen extra gekost heeft. Minimaal een hotero (man met vrouwelijke trekjes als het gaat om uiterlijke verzorging) weet ik zeker.
Zijn geoefende glimlach is zo op zijn correcte gelaat gebikt dat het niet eens zeer meer doet bij hem. Zo’n niet te verwoesten glimlach krijg je volgens mij alleen na heel lang en veel oefenen. Een glimlach waar je tegenwoordig in Nederland zomaar voor in elkaar geslagen kan worden. Ook deze jongen heeft zijn dag wel eens niet, dat kan niet anders. Natuurlijk jeuken zijn handen als er weer eens zo’n jeugdig ADHD-er (Alle Dagen Heel Druk) met jengelende stem solliciteert naar een paar hijsen voor zijn harses. Vanzelfsprekend moet hij zich beheersen om niet tegen zo’n etterpuist te schreeuwen: Nu ophouden of we zetten je buiten!
Het zou mij zelfs niet verbazen als hij sommige kinderen of hun verwekkers het liefst in het landingsgestel zou willen plaatsen omdat hij ze een langzame en gruwelijke dood toewenst. Gewoon uit het vliegtuig gooien is, ondanks zijn buitengewone serviliteit, voor sommige lamstralen een veel te lichte straf. Maar die grimlach laat hem nooit in de steek en is zijn pantser. Bij de zoveelste zeurderige proleet zal hij zijn gebit zo mogelijk nog verder bloot lachen, bij elk hinderlijk kinderlijk gedrein zal hij gewillig zijn temperament onderdrukken en veilig achter zijn glimlach.
Ah, daar komt hij aan met een stapeltje dekentjes en kussens. Wilt u een kussen mijnheer?, vraagt hij poeslief. Ik knik. Dekentje erbij? We hebben genoeg vandaag! Voor ik kan reageren ontdoet hij de deken van het plastic en overhandigt het mij. Die wordt nog eens directeur van TransAvia.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten