Green Island Blog

woensdag 8 september 2010

Nieuw leven

Het zal je maar gebeuren: zo ben je met je even oude broertje aan het spelen in de struiken en lijkt je leventje zich zorgeloos af te spelen. Het zonnetje schijnt en de temperatuur is niet zo warm meer dat je lekker kan ravotten met elkaar. Je achtervolgt je even roodharige broertje die probeert te ontsnappen door in een tak te klimmen.
Maar dan schiet er ineens iets door de struiken waar je je kapot van schrikt. En je krijgt niet de tijd om van de schrik te bekomen want iets groots en harigs met enorme blikkerende tanden rukt je speelkameraadje voor je verschrikte ogen de lucht in en bijt hem met een vreselijke houw dood. De laatste adem van je vriendje ontsnapt hem in doodsnood met een rauwe kreet, maar je hoort het niet. Je bent verlamd van schrik en niet in staat een list te verzinnen om uit de buurt van de dodelijke kaken te blijven. Je maakt je alleen maar klein, in de hoop dat het verscheurende monster jou niet in de gaten heeft. Maar omdat je zenuwen op knappen staan, slaak je toch een angstkreet.
En dan richten de duivelse en bloeddorstige ogen zich op jou. Je voelt de schroeiende en stinkende adem van het roofdier in je gezicht als zijn muil zich wijd opent. Stijf van angst zie je de enorme opening van zijn bek, de vochtige lap van een tong. Maar vooral de enorme hoektanden verlammen elke vezel van je lichaam. Met een snelle beweging van zijn kop sluiten zijn kaken zich om je borstkas en rug en je weet dat dit het einde is. En je leven was nog maar net begonnen.
Maar dan ineens hoor je een schreeuw: Plati, laat los!
Even nog voel je de spanning van de kaken toe nemen, het monster lijkt zijn kansen te berekenen om alsnog met een hap je ruggengraat te verbrijzelen. Dan een hardere kreet: Los Plati! En dan verslapt de reusachtige druk die je alle adem benam en val je uit de bek van het roofdier op de grond. En word je opgeraapt door zorgzame mensenhanden die je beginnen te aaien terwijl een vriendelijke stem allemaal geruststellende woordjes fluistert. Rustig maar, het is voorbij. Alles komt goed.

Iets dergelijks overkwam ons nieuwe poesje toen Mirjam een wandeling met Plati maakte door de heuvels van Agios Ioannis Corfu. Het was mij al eens eerder opgevallen dat onze goedige herder, die door veel vrienden en bekenden de liefste hond van Corfu genoemd wordt, toch nog over jachtinstincten beschikt. Ik kwam bij de bakker vandaan en liep langs het steile pad omhoog richting de dorpskern. Met een reactie die je bij een dergelijke grote hond niet zou verwachten, schoot Plati ineens met zijn kop in het lange gras. Het volgende moment lag er een rat met een verbrijzelde ruggengraat ondersteboven aan mijn voeten te spartelen. De in doodsnood verkerende rat keek mij niet begrijpend aan. Wat hij had gedaan om dit gruwelijke lot te verdienen, leken zijn ogen mij toe te schreeuwen. Net toen ik hem uit zijn lijden wilde verlossen, ging er een laatste siddering door hem heen en stierf hij.
Omdat ik niets heb met ratten, complimenteerde ik Plati, die mij verwachtingsvol wachtend aankeek, met haar nuttige bijdrage aan de maatschappij.

Ook deze keer dacht Plati er dus goed aan te doen de aanval te openen toen ze wat geritsel in de struiken vernam. Nu was het enthousiasme echter minder groot en werd ze keihard terug gefloten. Nadat ze het poesje gered had uit Plati's dodelijke kaken, heeft Mirjam het pakbeet vijf weken oude mormel mee naar huis genomen en als nieuw gezinslid voorgesteld.
Naar omstandigheden maakt ze het inmiddels heel redelijk. Aan de smartelijke dood van haar broertje of zusje lijkt ze totaal niet meer te denken. Ze heeft de hele studio onder ons huis voor zichzelf en vermaakt zich met de spaken van een fietswiel, een oude emmer van de Paverpol en rond slingerende takjes, lapjes en touwtjes. Eten kan het al redelijk zelfstandig, zolang het maar pap is. Als we haar voeden, halen we haar naar de veranda, waar ze schranzend, snorrend en schrokkend het kopje pap tot de laatste vlok leeg eet.
Voor het slapen gaan nog even spelen dat het een lieve lust is. Zorgeloos en onbewust van het gevaar begeeft ze zich naar de reusachtige harige moordenaar van het jonge broertje en krabt wat aan zijn poot of bijt eens in zijn staart. Plati houdt de nieuwe huisbewoner ondertussen zeer geïntrigeerd in de gaten. Ze snapt er niets van. Die keer na de bakker deed ze het zo goed toen ze die harige bol wol met lange dunne staart te grazen kreeg. Waarom ze deze 'rat' niet mag doodbijten, die zelfs beschermd en gekoesterd wordt door de baasjes, zal wel altijd een raadsel voor haar blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten