Toen ik na een voorspoedige vlucht vanuit Corfu de grote hal van vliegveld Weeze achter mij liet en door de donkere nacht op zoek was naar de auto die volgens afspraak op mij wachtte, kreeg ik een aantal verrassingen te verwerken.
Allereerst werd ik aangenaam verblijd bij het zien van een prachtig glimmende Peugeot 308 met toeters en bellen, helemaal voor mij alleen. Mijn God, wat een plaatje! Een sierlijke zwarte panter (Michel, autofreak in hart en nieren, wist mij te vertellen dat het een bijzonder pittige auto is) op brede sloffen met siervelgen staat mij de komende weken ten dienste.
Terwijl ik mijzelf strak aankeek in de glimmende lak van de wagen, bekroop mij een lichte jeuk van schaamte. Zeker toen ik mij neerzette op het prettig geurende leer van de luxe bestuurdersstoel en een blik wierp op het sfeerverlichte instrumentarium – dat deed denken aan de cockpit van een vliegtuig. Wil, de eigenaresse van deze auto, gebruikt nu namelijk onze auto op Corfu en moet het met heel wat minder doen.
Qua snufjes en comfort zijn beide wagens nauwelijks te vergelijken. Wordt onze Chevrolet Aveo gekenmerkt door eenvoud, goedkope afwerking en standaardvoorzieningen, zaten op deze bolide alle mogelijke opties die je maar bedenken kan. Ik hoefde het licht niet te bedienen, spiegels zochten zacht snorrend de beste positie uit, om ruitenwissers hoefde ik me al helemaal niet te bekommeren, een melodieus piepertje waarschuwt mij als ik ergens tegenaan dreig te rijden. Tientallen vrolijk verlichte metertjes met opgloeiende wijzers en ledlampjes in aangename kleuren vertelden mij de buitentemperatuur, wat voor dag het was, het laatste shownieuws, welke beurzen onderuit gegaan waren en de stand van de euro ten opzichte van de dollar. Wat bijzonder fijn was: een in de rugleuning weggewerkt krabbertje met jeuksensor dat precies die plaatsen weet te bereiken waar je zelf niet bij kan. Dat wil ik ook!
Niet alleen qua vermogen, afwerking, comfort en luxe, moest onze huisbewaarster een paar levels afdalen. Vooral de uiterlijke toestand van onze eigen auto was bedenkelijk. Het ding was zo smerig dat het zelfs mij begon te irriteren. Toen Wil en ik de volgende dag telefonisch contact hadden, vertelde zij dat ze bij het achteruit rijden dacht dat de achterruit overtrokken was met een ondoorzichtig folie en dat ze zich afvroeg waarvoor dat moest dienen. Nader onderzoek leerde haar echter dat de ruit bedekt was met een mengsel van bagger, insectenuitwerpselen, woestijnzand, zure regen en vogelkak. Ik zweer bij deze plechtig dat ik echt de intentie had om de wagen tijdens de laatste dag op Corfu nog even snel door de wasstraat te halen, maar helaas ontbrak het mij aan tijd.
Tweede verrassing deed zich voor bij het starten van de auto. In een klap werden al mijn twijfels en negatieve gedachten naar de achtergrond geblazen toen ik verwelkomd werd met de dreunende begeleiding van Ken Hensley’s orgel en de gierende gitaar van Mick Box: Gypsy van Uriah Heep. Wat een entree!
Even later genoot ik, comfortabel omarmd door mijn kuipstoel, met volle teugen van een prachtige collectie evergreens van Uriah Heep, een van mijn favoriete bands uit de seventies. Return to Fantasy, Look at yourself, The Spell, July Morning, Easy Livin’, Stealin’ en noem maar op. Geweldige band met een onverwoestbaar repertoire. Luid meebrullend volg ik Michel, die regelmatig probeert mij zoek te rijden (wat hem tot zijn spijt niet lukt), over de Duitse snelwegen.
Onwillekeurig denk ik aan de wegen op Corfu. Als ik heel erg mijn best doe, lukt het mij daar soms om op een van de weinige rechte stukken op het eiland de naald van de teller op 120 te krijgen. Het vergt op zulke momenten het uiterste van mijn concentratie om al laverend te voorkomen dat ik mijn banden en/of velgen kapot rijd in een van de vele kraters waarmee de wegen van Corfu bezaaid zijn. Wegbelijning is een net zo zeldzaam verschijnsel als de komeet van Halley en noopt velen uit veiligheidsoverwegingen zoveel mogelijk midden op de weg te rijden. De belijning die ooit aangebracht is, dateert van zolang geleden dat het met kracht ontraden moet worden deze te volgen.
Verlichting wordt op de wegen van Corfu als volstrekt overbodig gezien. Alleen op enkele drukkere wegen en grote kruispunten staat zo hier en daar een roestige lantaarnpaal opgesteld, die meestal kapot is of waaraan het lampje ontbreekt. De nog werkende verlichting biedt geen zicht omdat de crisis de overheid genoopt heeft op energie te bezuinigingen. Dit alles maakt dat nachtelijk verkeer het moet doen met maanverlichting. Laat die het ook afweten dan zijn de wegen van Corfu zo donker als een graf.
Het gebruik van vangrails is op Corfu niet onbekend, maar beperkt zich helaas tot enkele kaarsrechte stukken weg door de Ropa Vallei, het meest vlakke gedeelte van Corfu. Op smalle, onoverzichtelijke en donkere bergweggetjes kom je heel soms eens een vluchtig in de grond geramde vangrail in verregaande staat van ontbinding tegen. Bij scherpe bochten langs steile afgronden ontbreken ze echter volledig.
Dit alles maakt het autorijden door de pikdonkere nachten van Corfu wel eens tot een uitdaging.
In Duitsland daarentegen scheurden wij beiden, een handje losjes aan het stuur, de andere ontspannen meedrummend met - inmiddels – Van Halen, met 180 achter elkaar aan. Het glanzende asfalt vergleed tevreden snorrend onder de banden door, kilometer na kilometer, traject na traject. Als het niet zwart maar groen was, zou je denken dat je over een reusachtig biljartlaken reed. Elke meter asfalt die je hier aflegt, is voorzien van duidelijk zichtbare lijnen, sneeuwwitte pijlen, zojuist vernieuwde waarschuwingen en glimmend gepolijste vangrails, alle voorzien van reflectoren.
En zo mooi verlicht is de omgeving! Alleen overdag zie je het nog iets beter, maar niet veel. Het is dat de halogeen verlichting bij het starten van de wagen automatisch aanfloept, anders zou ik net zo goed zonder kunnen rijden.
Het enige gevaar dat ik tijdens de 170 kilometer van Weeze naar Hazerswoude liep, was dat ik van verveling in slaap zou vallen. Het was toch een lange en vermoeiende dag, een nieuwe dag was zojuist aangebroken en dan wil de slaap wel eens aankloppen bij een 54-jarige. Er was geen enkele aanleiding mij over iets op te winden, of het moest Whitney Houston zijn die ter hoogte van Rotterdam ineens tussen het rockgeweld opdoemde. Groot artieste, mooie vrouw met een geweldige stem en overleden op een leeftijd dat rocksterren dat gewoonlijk doen, maar toch een dissonant. Ik kan me er nochtans niet over opwinden, ben zo ontspannen als een cowboy in de saloon en dus loert het noodlot.
Toch ben ik er gerust op. Er zit vast wel een sensor in de auto die mijn slaperige toestand detecteert en een handje in werking stelt dat mij vriendelijk wakker schudt.
Houdt de slaap toch de overhand dan reken ik erop dat de auto zichzelf veilig aan de kant zet, de stoelverwarming activeert en een nachtlampje laat branden.
Te veel comfort maakt de mens lui.
BeantwoordenVerwijderenhet is maar voor 17 dagen Ysbrand, daarna weer back to basics...
Verwijderen