Om vier uur in de ochtend klinkt een bekend deuntje in mijn oren. Een mobieltje die nu even als wekker fungeert. Verschrikkelijk tijdstip om je warme mandje te verlaten, maar we moeten wel. Vliegtuigen hebben de nare gewoonte geen begrip te hebben voor passagiers die zich nog een keer om willen draaien. Zuchtend en steunend strompel ik naar de douche en moet denken aan De Raggende Mannen:
Kijken in de spiegel
Naar een vale kop
Een ongeschoren kop
's Ochtends vroeg...
Ik plens koud water in mijn giechel en sputter en proest als een half verzopen hond. Horror.
Hm, we zijn toch te laat op weg gegaan, zien wij in groene blokletters op het dashboard LCD-tje alvorens de sleutel uit het contactslot te halen. Kwart over vijf reeds! Nou ja, het is pas eind februari, dus we hoeven ons niet te haasten. Het vakantieseizoen is nog lang niet losgebarsten, wie maakt ons wat? We verheugen ons al op de rust en ruimte van Schiphol die wij gewend zijn op een tijdstip als dit.
Als we de vertrekhal binnenstappen, worden we overvallen door de aanblik van duizenden krioelende mensen. Sommigen staren nerveus omhoog naar de reusachtige monitoren waarop de honderden vluchten voor de komende uren aangegeven staan. Anderen duwen met verbeten trekken trolleys die bijna bezwijken onder de last van stapels reusachtige koffers. Weer anderen slepen met veel kabaal hun reisgoed achter zich aan, daarbij niemand ontziend in hun blinde drang om op tijd bij de juiste gate te staan. Allemachtig wat een drukte.
Als we eenmaal bij de juiste balie staan, werpen we een blik op een lange slingerlijn van mensen naast ons, allemaal wachtend om weer een paar voetjes voorwaarts te schuifelen. Oei, als dat allemaal naar de douane moet, en wij mogen achteraan sluiten, dan wordt het een mission impossible, realiseren wij ons. Omdat ook onze rij niet echt opschiet, ik zie wel mensen aansluiten maar niemand weggaan, beginnen we na een paar minuten zelfs een beetje jeuk te krijgen. Wanhoop maakt zich langzaam van ons meester.
Om kwart voor zes zijn we eindelijk aan de beurt. Het knappe meisje achter de balie wenst ons een goedemorgen en glimlacht ons allervriendelijkst toe terwijl zij onze paspoorten checkt. Ze vraagt ons de handbagage een voor een op de weegschaal te zetten. Tot onze schrik heb ik bijna een kilo overgewicht. Dat kunnen we er nog wel bij hebben.
Overgewicht, the story of my life, zucht ik haar toe en ze glimlacht nog breder. Geen probleem, zegt ze vriendelijk en slaat de benodigde groene labeltjes om de handvatten van onze koffers.
Ik knik richting de lange slinger van mensen, die er uit ziet als de wachtrij voor de Python in de Efteling op een topdag. Wat denk je, gaan wij op tijd zijn?, vraag ik.
Ze werpt een blik op onze tickets, kijkt eens opzij en kijkt nog eens naar onze vluchtgegevens. Traag schudt ze nee. Nee, dat gaan wij niet redden, zegt ze eerlijk.
Ah, probeer ik deze jobstijding te verwerken als was het de vaststelling dat ik een dubbeltje was verloren. En is daar niets aan te doen?, vraag ik met mijn meest trieste blik.
De baliemedewerkster kijkt nogmaals naar de kluit wachtenden. Alleen als ik een goed woordje voor u doe bij mijn collega, antwoordt ze.
En wil je dat doen voor ons?, wil ik graag weten.
Natuurlijk wil ik dat voor jullie doen, zegt de schat, ondertussen opstaand. Kom maar mee!
In blinde blijdschap graaien wij onze koffers bij elkaar en volgen haar, de hele concentratie gefrustreerd wachtenden passerend.
Even verderop spreekt onze beschermengel een streng om zich heen ziende man met een smetteloos wit overhemd en gemillimeterd kapsel aan. Wij wachten op eerbiedige afstand, schuldbewust naar de vloer starend, onze zweethanden steunend op het handvat van onze trolleys.
Komt u maar hoor!, horen wij haar verlossend roepen. Wij weten niet hoe snel wij onder het door onze redster omhoog gehouden afscheidingslint door moeten kruipen.
Het is dat het niet mag, anders zou ik je zoenen, bedank ik haar wat knullig.
Nee meneer, dat mag inderdaad niet, lacht ze ondeugend. Dan spoedt ze zich weer terug naar haar balie met gestaag groeiende rij. Ik kijk die fantastische meid nog even na en draai me dan om naar de poort die ons toegang verschaft naar het vliegtuig dat ons naar Corfu zal brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten